Vogel van de maand: wilde zwaan

De wilde zwaan is net zo groot als de welbekende knobbelzwaan, maar is slanker en heeft een zwart-gele snavel. Hij lijkt sterk op de kleine zwaan, maar is groter en heeft meer geel op de snavel dan zijn kleinere neef. In het Engels heet de wilde zwaan ‘whooper swan’, een verwijzing naar het prachtige melancholische trompetachtige geluid dat ze maken.

Voedsel vinden in het Lauwersmeer

De wilde zwaan broedt in Scandinavië en Rusland. En overwintert jaarlijks met enige duizenden exemplaren in Nederland. Ook in Nationaal Park Lauwersmeer zijn vrijwel elke winter wilde zwanen te bewonderen. Ze zoeken hun voedsel op het meer of op de aangrenzende graslanden en akkers. Het zijn echte planteneters. Op het meer zijn ze vooral op zoek naar de knolletjes van het schedefonteinkruid. Met hun zwempoten “wabbelen” ze deze energie- en eiwitrijke knolletjes uit de bodem om deze vervolgens al grondelend (met kop en borst onder water) uit het water te vissen. Vaak zwemmen er een aantal duikeenden (zoals tafeleend, kuifeend of brilduiker) mee om hun deel van de oogst op te eisen.

Waar heb je de meeste kans wilde zwanen te zien?

Wilde zwanen vind je vooral in de ondiepe delen van het Lauwersmeer. Een goede kans om deze prachtige vogels te zien is vanaf de uitkijkheuvel aan de rand van het Zomerhuisbos in de zuidwesthoek van het Nationaal Park. Deze heuvel is ongeveer 700 meter lopen vanaf de parkeerplaats aan het eind van De Rijsdammen achter Natuurcamping De Pomp van Staatsbosbeheer.