De visdief behoort tot de sterns. De bovenzijde is zilvergrijs en de onderzijde is lichtgrijs. Volwassen vogels in zomerkleed hebben een diep gevorkte staart, zwarte kap en oranjerode snavel met een zwarte punt. Jonge vogels zijn grijs met wit en zwart met een gemberkleurige rug. De visdief is veel minder aan zee gebonden dan andere sterns. Hij jaagt vooral op kleine visjes. Vaak bidt hij even voordat hij in het water duikt. Visdieven zijn nogal luidruchtig en hun raspende roep is zeer opvallend.
Geluidsfragment: Jarek Matusiak/Xeno-canto
Zomerse broedvogel
De visdief arriveert in maart en vertrekt weer in november. Hij komt als broedvogel vrij veel voor in Nederland, maar in Nationaal Park Lauwersmeer is hij vrij zeldzaam. Dit komt waarschijnlijk door de begroeiing in combinatie met het voorkomen van landroofdieren, zoals de vos en marterachtigen. Visdieven broeden namelijk het liefst op de kale grond (zand of schelpen) en zijn dus nogal kwetsbaar voor roofdieren. Ze broeden daarom het liefst in kolonies op geïsoleerde plekken, zoals eilandjes. De eerste paar maanden worden de jongen nog gevoerd door de ouders. Het aandoenlijk gebedel van de jongen is een prachtig gezicht! Na het broedseizoen trekken visdieven langs de kust van West-Europa naar Afrika. De meeste vogels overwinteren in Afrika ten zuiden van de evenaar (soms tot in Zuid-Afrika), een minderheid overwintert op het Iberisch schiereiland. Jonge vogels blijven enige jaren in het verre zuiden om pas in hun derde of vierde jaar naar hun broedgebieden in het noorden terug te keren.
Waar te zien?
Overal waar water is, kan men in de zomer jagende visdieven aantreffen. Onder andere boven de Vlinderbalg, Jaap Deensgat, Ezumakeeg, Nieuwe Robbengat en het Lauwersmeer bij Oostmahorn. Ook in de haven van Lauwersoog en boven De Waddenzee zijn meestal wel visdieven te vinden. Bijzonder is de kleine broedkolonie op het dak van het havengebouw naast het Het Informatie Paviljoen in de haven van Lauwersoog. Hier broeden de visdieven hoog en veilig tussen het grind op het dak.