De grutto is een grote steltloper met een lange, rechte snavel en lange donkere poten. In het voorjaar zijn kop en borst bruinrood, de buik wit met grijze banden en de rug grijsbruin gevlekt. Behalve dat het een prachtige, sierlijke vogel is, heeft de grutto ook een markant geluid: hij roept de hele tijd zijn eigen naam!
Geluidsfragment: Jarek Matusiak/Xeno-canto
De grutto is een echte weidevogel, die houdt van bloemrijke graslanden met een hoge waterstand. Het voedsel bestaat uit insecten, slakjes en wormen.
Zomergast
De meeste grutto’s overwinteren in Afrika ten zuiden van de Sahara. Vanaf februari trekken ze richting hun broedgebieden in het noorden. Een belangrijke tussenstop vormen de rijstvelden in Zuid-Portugal, waar ze zich in februari met tienduizenden tegelijk volvreten met rijst. Half maart arriveren ze in Nederland. Het aantal broedparen ligt tussen de 30.000 en 40.000. Dit klinkt veel, maar is nog maar een derde van de aantallen in de jaren tachtig van de vorige eeuw. De grutto heeft het moeilijk in ons land, met name doordat natte bloemrijke graslanden vrijwel verdwenen zijn. In het Lauwersmeer is de grutto een vrij zeldzame broedvogel.
Waar heb je een goede kans grutto’s te zien?
Echt toe aan de lente? Ga dan de komende weken op zoek naar de grutto! Eind maart/begin april verzamelen honderden grutto’s zich in de Ezumakeeg. Hier verblijven ze enkele weken om op te vetten na hun lange reis vanuit het zuiden. Vanaf half april valt deze grote groep uiteen in paren, die zich over Noord-Nederland verspreiden om te broeden. Andere goede plekken om grutto’s te zien zijn het Jaap Deensgat en de Bantpolder. In dit laatste gebied broeden jaarlijks ook enkele paren. Na het broedseizoen zijn de ondiepe wateren van de Ezumakeeg en het Jaap Deensgat prima plekken om grutto’s te zien.
Fotografie: Mark Schuurman, www.birdbeauty.nl