De brandgans is een vrij compacte kleine gans met een opvallend uiterlijk. Hij is zwart met wit en grijs en heeft een opvallend wit gezicht. De soort kan eigenlijk alleen verward worden met de veel grotere Canadese gans. Brandganzen leven in (grote) groepen en zijn nogal luidruchtig. Hun korte gegak doet sterk denken aan een roedel keffende hondjes.
Geluid: Jarek Matusiak/Xeno-canto
Algemene wintergast
Hoewel tegenwoordig ook een redelijk aantal brandganzen in Nederland overzomert (en zelfs broedt!), is de brandgans vooral een zeer algemene wintergast in het Lauwersmeergebied. Het kan gaan om tienduizenden vogels. Ze arriveren meestal begin oktober vanuit hun broedgebieden in het Arctisch gebied (vooral vanuit Nova Zembla en Zweden) en vertrekken in april richting Hoge Noorden.
Voedsel
Brandganzen eten vooral gras en andere plantendelen. Ze zoeken hun voedsel overdag het liefst op de weilanden en akkers in het boerenland. Het gras bij de boer is veel malser en eiwitrijkere dan de stugge grassen in de natuurgebieden. Maar ’s avonds keren de ganzen luid gakkend terug naar het open water van het Lauwersmeer om de nacht door te brengen. Hier zijn ze veilig voor landroofdieren als vos en marterachtigen.
Waar te zien?
Overal rond het Lauwersmeer kun je in de winter brandganzen aantreffen. Vaak in groepen van vele honderden tot duizenden exemplaren. Goede locaties in Nationaal Park Lauwersmeer zijn het Jaap Deensgat, de Ezumakeeg en de Kollumerwaard aan de zuidkant van het Lauwersmeer. Ga tegen het vallen van de avond eens naar de Ezumakeeg of het Jaap Deensgat. Hier kun je genieten van de massaal overkomende en luid gakkende brandganzen, die voor de nacht een veilig plekje op het Lauwersmeer zoeken. Op een mooie winteravond is dit één van de indrukwekkendste vogelmomenten in Nationaal Park Lauwersmeer!