Vleermuizen zijn nachtdieren. De afwezigheid van kunstlicht is voor deze dieren van groot belang. Vleermuizen oriënteren zich weliswaar vooral op geluid, maar kunnen ook goed zien. Kunstlicht werkt zeer verstorend, vooral in de buurt van de dagverblijfplaatsen en trekroutes. Het vergroot de kans dat ze worden gepakt door een roofdier. Hoewel sommige soorten juist jagen op insecten die door kunstlicht worden aangetrokken, vermijden vleermuizen plekken met veel lichtvervuiling.
Vleermuizen van het Lauwersmeergebied
Rosse vleermuis: de grootste soort van Nederland. Boombewonend; eiken en vooral beuken zijn favoriet. Ook wel in nestkasten te vinden. Deze soort vliegt hoog en snel en kan elke nacht grote afstanden afleggen. Het Lauwersmeer is van belang voor deze soort als foerageergebied, van dieren die elders wonen (bijvoorbeeld in de landgoederen in de Noardelike Fryske Wâlden).
Meervleermuis: deze soort komt vrij veel voor in het waterrijke noorden van Nederland, maar overwintert (bijvoorbeeld) in de mergelgroeven van Zuid-Limburg. De meervleermuis jaagt snel vliegend laag boven het wateroppervlak (1 – 1,5 meter). Deze soort is gebouwbewonend. Grote kolonies van tientallen dieren zijn bekend van Dokkum en Leeuwarden. Deze soort is zeer gevoelig voor lichtvervuiling, een duister Lauwersmeer is daarom van groot belang voor de meervleermuis.
Ruige dwergvleermuis: dit is een lange-afstandstrekker. In Zuid-Zweden en de Baltische staten plant deze kleine soort zich voort. Zuidwest-Europa (Frankrijk, Duitsland, Noord-Italië) vormt het overwinteringsgebied. Het Lauwersmeer is vooral in de nazomer (augustus – begin september) van belang voor de ruige dwergvleermuis: door de grote insectenrijkdom kunnen doortrekkende ruige dwergvleermuizen hier voldoende eten vinden om hun lange tocht succesvol te voltooien. Bij rustig nazomerweer kan het wemelen van de ruige dwergvleermuizen, vooral rondom de dorpen Lauwersoog en Suyderoog: de vleermuizen gebruiken de gebouwen om de dag door te brengen.
Gewone dwergvleermuis: dit is de kleinste vleermuissoort van Nederland; een volwassen dwergvleermuis past in een luciferdoosje. Ook is het de meest algemene soort. In de nazomer baltst het mannetje. Hij zingt dan, en probeert een groepje vrouwtjes te verzamelen. Deze zang is zo laag van toon (ongeveer 16 kilohertz), dat mensen dit geluid ook zonder batdetector kunnen horen. Maar je moet dan wel hele goede oren hebben!