Beleef de Trekvogels

De vogeltrek. Misschien wel één van de boeiendste verschijnselen in onze natuur. Jaarlijks trekken miljarden vogels over de aarde van hun overwinteringsgebieden naar hun broedgebieden. En weer terug. Hierbij trekken vrijwel al die vogels het liefst over land. Op open zee valt voor hen niets te halen en op de grens van water en land is voor veel soorten juist veel voedsel te vinden. Precies langs deze grens van water en land liggen de zes nationale parken Schiermonnikoog, Lauwersmeer, Duinen van Texel, Nieuw Land, Oosterschelde en NLDelta.

Trekroutes langs de kusten

De belangrijkste trekroutes concentreren zich langs de kusten van de continenten. Ons land ligt precies op een belangrijk knooppunt op de Oost-Atlantische trekroute.Jaarlijks komen hier tientallen miljoenen vogels langs. Het gaat daarbij om ruim 300 verschillende soorten. Deze strategische ligging van Nederland zorgt ervoor dat we een zeer vogelrijk land zijn. Nationaal Park Schiermonnikoog en het Waddengebied zijn natuurlijk onderdeel van dit belangrijke trekvogelknooppunt.

Trekvogels in Nationaal Park Lauwersmeer

copyright illustraties Erik van Ommen

Lepelaar

Veel lepelaars overwinteren in Mauritanië aan de Afrikaanse westkust, in een gebied dat behoorlijk op het Waddengebied lijkt. Jonge lepelaars blijven daar na hun eerste winter ook nog een zomer hangen. Ze houden eerst een tussenjaar voordat ze aan een gezin beginnen. Pas in hun tweede jaar vliegen ze terug naar Nederland om te broeden.
Waar te zien in NP Lauwersmeer: o.a. Ezumakeeg, Jaap Deensgat, Achter de Zwarten
Wanneer te zien: vanaf half februari t/m september.

Brandgans

Brandganzen zijn echte wintergasten. Ze broeden in Siberië en overwinteren in Nederland. Pas halverwege mei vertrekken ze weer naar hun broedgebieden. Als ze eerder zouden vertrekken, zouden ze in de sneeuw aankomen.
Waar te zien in NP Lauwersmeer: Bantpolder, Anjummer Kolken, Jaap Deensgat
Wanneer te zien: oktober t/m haf mei. Aantal hele jaar.

Nachtegaal

De nachtegaal is vooral beroemd om zijn zangkunsten. Hij kan heel veel verschillende geluiden maken én hij kan behoorlijk veel lawaai maken voor zo’n klein vogeltje. Hij zingt niet alleen overdag zoals de meeste vogels, maar hij zingt ook ’s nachts gewoon door. Vandaar natuurlijk zijn naam. Nachtegalen broeden in de duinen. Je ziet ze bijna nooit, omdat ze meestal verstopt zitten in het struikgewas. Na de zomer vertrekken ze naar Afrika om te overwinteren.
Waar te zien/te horen in NP Lauwersmeer: Vooral langs Strandweg van Activiteitencentrum Lauwersnest tot Lauwersoog.:
Wanneer te zien/horen: vanaf half april tot half mei kun je ze horen zingen. Ze zijn er daarna nog tot het eind van de zomer, maar zingen niet meer.

Bruine kiekendief

De bruine kiekendief is een sierlijke roofvogel die soms acrobatische toeren uithaalt in de lucht. In het voorjaar laat het mannetje namelijk vaak een vers gevangen konijntje in volle vlucht vallen, zodat het vrouwtje het weer kan opvangen. In de zomer gebruiken vader en moeder kiekendief deze methode om hun jongen te leren jagen. Bruine kiekendieven die in Nederland broeden, overwinteren in Afrika, ten zuiden van de Sahara. Bruine kiekendieven die in Zweden broeden overwinteren in hetzelfde gebied. Toch komen ze elkaar onderweg nooit tegen. De Zweedse kiekendieven vliegen namelijk aan de oostkant langs de Pyreneeën, terwijl de Nederlandse kiekendieven langs de westkant gaan.
Waar te zien in NP Lauwersmeer: o.a. Jaap Deensgat, Ezumakeeg, rietvelden zuidkant Lauwersmeer.
Wanneer te zien: vanaf april t/m september. Enkeling hele jaar.

Grutto

Grutto’s eten het liefst insecten, die ze van de bodem pikken of met hun lange snavel uit de grond halen. In het topje van die snavel hebben ze gevoel, ze jagen dus op de tast! Jonge grutto’s zijn echte nestvlieders: zodra ze uit het ei zijn lopen ze rond en moeten ze zelf insecten vangen om te eten. Onderweg naar het zuiden worden grutto’s alleseters en eten ze ook rijst, besjes en schelpdieren. Overwinteren doen ze in Afrika.
Grutto’s zijn één van de eerste trekvogels die weer terug zijn in het vroege voorjaar. Halverwege februari kun je de eerste alweer luidkeels hun eigen naam horen roepen.
Waar te zien in NP Lauwersmeer:o.a. Bantpolder, Ezumakeeg.
Wanneer te zien: vanaf maart t/m augustus.

Smient

De smient is in Nederland een echte wintergast. Als broedvogel is hij schaars met circa 150 broedparen. Het echte broedgebied ligt ver ter noorden van ons, in midden en noord Scandinavië en verder naar het oosten. In het najaar trekt deze eendensoort massaal naar Nederland. Hier overwinteren jaarlijks circa 200.000 smienten, die dan tot maart in Nederland verblijven.

Voornamelijk op graslanden die in de buurt van open water liggen. De smient is een vogel die vaak in de nacht actief is, in het donker hoor je dan een heel kenmerkend geluid van ‘fluitende’ smienten, de contactroep. In het vroege voorjaar (vroeg in maart) kunnen smienten massaal beginnen met de terugtrek naar het noorden. Met goed weer kan je grote groepen smienten overdag zien vertrekken. Deze groepen winnen dan snel hoogte om vervolgens in noordelijke richting te vertrekken. Afhankelijk van het weer kunnen ze in één keer naar hun broedgebied terugkeren. In de winter keren smienten vaak naar hetzelfde gebied terug. Ze zijn dus behoorlijk honkvast.
Waar te zien in NP Lauwersmeer]: o.a. Ezumakeeg, Bantpolder, Jaap Deensgat
Wanneer te zien: september t/m maart. Sommige hele jaar.

Bontbekplevier

De bontbekplevier is een echte pionier van open, zandige en slikkige plaatsen. Opvallend is de snavel; aan de basishelft geeloranje met daarnaast een zwarte punt. De kop heeft een markante tekening van afwisselend witte en zwarte banden. Ze eten insecten en kleine bodemdieren als strandvlooien, kreeftachtigen, slakjes en wormpjes.
De bontbekplevier kent een trekpatroon dat bekend staat als “haasje-over”. De noordelijkste broedvogels uit Siberië en de Noordpool trekken het verst naar het zuiden; tot diep in Afrika. Onze eigen bontbekplevieren trekken minder ver, tot in het mediterrane gebied. Er zijn ook best wat overwinteraars in Nederland.
Waar te zien in NP Lauwersmeer): o.a. Ezumakeeg, Jaap Deensgat, Achter de Zwarten.
Wanneer te zien: april t/m september.

Kluut

De kluut is een heel elegante vogel met zijn zwart-witte verenkleed en smalle omhoog gebogen snavel. Met die bijzondere snavel kunnen kluten diertjes uit het slik zeven. Ze lopen door ondiep water terwijl ze met hun kop heen en weer zwaaien. De gebogen snavel halen ze daarbij steeds door de bovenste laag van het slik. Zodra ze een garnaaltje of worm tegenkomen, klapt de snavel dicht. Kluten die in Nederland broeden, trekken in de winter naar het zuiden. Maar steeds vaker blijven kluten ook in ons land overwinteren, in de Delta of het Waddengebied.
Waar te zien in NP Lauwersmeer: o.a. Ezumakeeg, Jaap Deensgat, Achter de Zwarten.
Wanneer te zien: maart t/m september.

Boerenzwaluw

Boerenzwaluwen zijn echte lentebodes. Als ze in april verschijnen weet iedereen dat de winter nu écht voorbij is. De zwaluwen hebben er dan een hele reis opzitten: ze overwinteren namelijk in Afrika. Meestal in Midden-Afrika, maar soms zelfs zo zuidelijk als Zuid-Afrika. Boerenzwaluwen broeden meestal in half open gebouwen; ze hebben graag een dak boven hun hoofd. Je komt ze dus vaak tegen in boerenschuren of stallen, vandaar hun naam natuurlijk. Maar ze bouwen hun nest ook rustig onder de overkapping van een terras.
Waar te zien in NP Lauwersmeer: Vrijwel overal. Ook buiten Nationaal Park.
Wanneer te zien: april t/m september

Blauwborst

Blauwborstmannetjes hebben een knalblauwe borst en een afwisselende welluidende zang. Er zijn maar weinig Nederlandse vogels die zo’n mooi uiterlijk combineren met een prachtig liedje. De eerste strofen van hun zang klinken als een fietspomp. Alsof ze zichzelf oppompen voor hun muzikale, gevarieerde riedel die ze laten horen. Hiermee brengen ze menig blauwborstvrouwtje en vele vogelaars in vervoering! Blauwborsten zitten vaak bovenin een rietstengel te zingen, met hun prachtige blauwe borst vooruit. Je hoort ze vooral in april, als ze hun territorium aan het afbakenen zijn. Zo’n territorium ligt in een nat gebied met veel struiken en bomen zoals wilgen. Hun nest maken ze op de grond, waar ze ook scharrelen naar voedsel (insecten, bessen en zaden). Ze overwinteren op het Iberisch schiereiland en
westelijk Afrika (vaak ten zuiden van de Sahara).
Waar te zien in NP Lauwersmeer: o.a. Jaap Deensgat, zuidelijk deel Lauwersmeer.
Wanneer te zien: maart t/m september

Visdief

De visdief is een stern, net als bijvoorbeeld de grote stern en de dwergstern. Visdieven zie je zowel bij groot water als bij sloten en vaarten, maar altijd bij water. Het zijn ware acrobaten. Ze vangen visjes door ‘biddend’ boven het water te hangen met hun snavel naar beneden wijzend, en dan loodrecht naar beneden te duiken. Visdieven hebben een zwart petje, een knalrode scherpe snavel en een diep gevorkte staart. Ze broeden in kolonies op zandplaten en in duinen. Je ziet ze vaak met een paar bij elkaar, luid en schel roepend. Visdief mannen weten heel goed hoe ze een vrouwtje moeten verleiden: namelijk met een cadeau in de vorm van een heerlijk visje! Visdieven overwinteren voornamelijk langs de westkust van Zuid-Europa en Afrika, een klein deel van de visdieven trekt helemaal door naar Zuid-Afrika. Ze volgen tijdens de trek de kustroute, maar vliegen ook over het binnenland, daarbij vooral het laagland opzoekend.
Waar te zien in NP Lauwersmeer: Ezumakeeg, Jaap Deensgat, overal boven het meer. Haven lauwersoog
Wanneer te zien: april t/m oktober

Gratis trekvogelposter

De zes nationale parken langs de Nederlandse kusten zijn de samenwerking aangegaan om deze bijzondere rijkdom in Nederland in kaart te brengen; een trekvogelposter voor jong en oud. Deze gratis poster is niet alleen mooi voor aan de muur, maar geeft ook een inkijkje in de internationale trekroute en 11 iconische trekvogels die Nederland elk jaar bezoeken. Wil jij ook zo’n mooie poster hebben? Kom dan naar Activiteitencentrum Lauwersnest en haal er een op. Wees er snel bij, want op=op!