Met het veranderen van de seizoenen, veranderen ook de geluiden in de lucht. In de winter trekt het Lauwersmeergebied tienduizenden ganzen.
Elk van deze vogels heeft een eigen, kenmerkend, verenkleed maar ook een specifiek geluid.
Het geluid van de brandgans (blauwgrijze gans met zwarte poten, zwarte hals en witte kop) verschilt hoorbaar van dat van de rietgans (grijsbruine gans met oranje poten, donkerbruine kop en zwart-oranje snavel). Het bescheiden geluid (‘rot-rot’) van de rotgans (donkergrijze gans met zwarte poten, hals en kop) is totaal anders dan het schrille gepiep van de kolgans (grijsbruine gans met donkere strepen op de borst, oranje poten en snavel met opvallend witte ring). Ook in gedrag zijn de ganzen verschillend: de ene soort is sneller gealarmeerd dan de andere en vliegt eerder op en ook de voorkeur voor rust en foerageergebied verschilt.
Met name in de ochtend en avond, wanneer ze massaal vliegen van slaapplaatsen naar foerageergebied en weer terug, is het een kakafonie in de lucht. Een prachtig schouwspel!