De goede vissers van ’t Ailand

Ondernemers met een missie. Dat zijn Jan en Barbara Geertsema, de eigenaren van ’t Ailand in de haven van Lauwersoog. Via hun wadvistochten, proeflokaal en sinds een aantal jaren ook een restaurant, laten ze mensen kennis maken met de visserij. Duurzame visserij, met respect voor de natuur. In ruim 20 jaar tijd hebben ze hun bedrijf opgebouwd tot wat het nu is. Uit het hele land weten mensen ’t Ailand inmiddels te vinden. Barbara vertelt.

“Jan is hier 1995 als jonge Groninger begonnen als Wadvisser. Met de handbeugel op kokkels, harders en zeebaars met een staand want (een soort net, red.). Zonder bijvangst, dus een schoolvoorbeeld van duurzame visserij. Toen ik hem leerde kennen huurde hij hier één garagebox. Als we netten aan het repareren waren, kwamen er vaak mensen kijken. Zo raakten we dan in gesprek over de visserij, mensen vroegen ons soms de oren van het hoofd. Tegelijkertijd willen wij graag informatie over de visserij delen. Zo is het plan ontstaan om een deel van het blok in te richten als proeflokaal.”

Gesprek
“We willen mensen graag een beter beeld geven van het vissen op zee. Want het beeld dat via de media ontstaat is erg beperkt. Zoals de verhalen over de overbevissing. Een deel van de oorzaak van het verdwijnen van vissoorten ligt aan het feit dat er haast geen brak water meer is. De hele rivierdelta bij de haven van Rotterdam is weg, de Lauwerszee is afgesloten. Dat is ten koste gegaan van het paaigebied van de vissen. Complete soorten zijn erdoor weggevaagd. Hier voeren we graag het gesprek over, zonder tegenover elkaar te staan.”

Restaurant
“In 2008 hebben we er een schuur bij gehuurd, bedoeld als dagcafé met kleine kaart. Het doel was een ontmoetingsplek creëren voor de burgerij en de visserij. Eerst werd er in het café vis gefileerd en verkochten we er vis. Maar op een gegeven moment werd het veel te druk. We hebben er een deel bij gehuurd, speciaal voor het fileren. En het café werd proeflokaal en daarna restaurant. Vervolgens zijn we wadvistochten gaan organiseren, zodat mensen onze visserij zelf kunnen ervaren.”

Proeflokaal
“In het de viswerkplaats verpakken we twee dagen per week de oesters die we zelf gevangen hebben. Hier hebben we een erkenning voor van de Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA). We moesten aan allerlei eisen voldoen en dat zie je. Als onze gasten hier binnen komen, krijgt iedereen een schoon schort voor en een mutsje op. De combinatie met de officiële inrichting maakt dat iedereen meteen serieus is. Het mooie is dat tijdens het fileren de verhalen worden verteld, de gesprekken ontstaan.”

Goed seizoen
“We hebben nu een goed seizoen gehad, vanwege het mooie weer,” vertelt Barbara, “Maar als het slecht weer is, komt hier geen kip. Ik merk wel dat we landelijk meer bekendheid krijgen. Bijvoorbeeld doordat Jan elke week in Utrecht en Amsterdam op de biologische boerenmarkt staat. Als er in het Groninger Museum een leuke tentoonstelling is, gaan de mensen naar de stad, overnachten in de Piloersemaborg en op zondag eten bij ’t Ailand en dan weer naar huis. Wat Marketing Groningen goed doet is de regio promoten als plek waar je in het weekend kunt vertoeven. Waar je kunt onthaasten. De sfeer is hier echt anders dan in het westen. Afgelopen maand stond ik met een interview in NRC Handelsblad. Dat levert ook nieuwe gasten op. Verder merken we dat er weer meer mensen uit de buurt komen eten, dat is fijn.”

Haven Lauwersoog
“De haven van Lauwersoog is een bijzondere plek. Er woont hier bijna niemand. We zijn ook veel op  Wieringen. Daar ligt het dorp tegen de haven aan, waardoor er altijd mensen lopen. De haven van Lauwersoog is een industriegebied. Maar wel met een fantastisch uitzicht, op het Wad en op Schiermonnikoog. Ook de garnalenkotters, de handkokkelschepen en de werkschepen (voor windmolenparken, baggerschepen, voor kabels en leidingen, red.), er is behoorlijk wat reuring.”

Levendig
“Het helpt ook dat het goed gaat met de garnalenvloot. Dat zie je in de haven. De bootjes staan strak in de verf. Er is een levendige sfeer, met veel bedrijvigheid. Het loopt en het ziet er gezellig uit.
Er ligt een verlengde kade, een schepenlift, Telson, wij met wilde WADoesters. Er gebeuren nieuwe dingen. Kijk eens hoe vol de haven nu ligt. Het duurde even, maar nu wordt de verlengde kade goed gebruikt. Mensen komen hier voor de maritieme sfeer. We zijn tevreden. We hebben water, gas had niet gehoeven, en wifi, daar zijn we heel blij mee.”

Eiland
“De naam, die komt van Schier, ’t ailand, waar we op uitkijken. En onze plek aan de haven is in meerdere opzichten ook een eilandje. We doen ons eigen ding hier, de rest van de wereld is soms ver weg. Bij springvloed water stroomt het water om het gebouw en naar binnen. De vorige eigenaar wilde de gebouwen een meter hoger bouwen om wateroverlast te voorkomen, maar kreeg daar helaas geen toestemming voor.”